WERELD VAN AVONTUUR
WERELD VAN AVONTUUR “HET WAS GEWOON EEN FANTASTISCHE AUTO” GAVIN THOMPSON Eind december 2017, Eastnor Castle, Ledbury (VK). Een Range Rover uit 1971 wordt herenigd met zijn eerste bestuurder. Maar dit is niet zomaar een Range Rover, en Gavin Thompson is niet zomaar een bestuurder. VXC 765K maakte deel uit van de Britse Trans- Amerikaanse expeditie. Het was een van de eerste twee auto’s die tussen 1971 en 1972 succesvol de ruim 30.000 kilometer over de Pan-Amerikaanse weg aflegden, en dus ook door de beruchte Darien Gap. Gavin Thompon was een van de avonturiers op deze expeditie: een lange man met staalblauwe ogen, no-nonsense en vol humor. In 1968 deed Gavin Thompson dienst in het Britse leger in Duitsland. In zijn regiment stond hij bekend als Wheels, omdat hij al op zijn vierde had leren rijden en daarom de verantwoordelijkheid kreeg voor het gemotoriseerd transport. Dit betekende voor hem het begin van een lange relatie met de Land Rover, hét voertuig van keuze in het regiment. Door zijn vaardigheden achter het stuur, de beschikking over een gloednieuwe Land Rover en een aangeboren talent voor netwerken wist hij een wildcard te bemachtigen voor deelname aan de Londen- Sydney Rally in 1968. Ondanks het feit dat hij niet met vierwielaandrijving mocht rijden (dat werd als oneerlijk beschouwd), deed de Land Rover het prima. Niet lang hierna, in de zomer van 1970, werd de revolutionaire Range Rover gelanceerd, en alom met lof ontvangen. Onder de slogan ‘The Car for all Reasons’ zette de Range Rover een nieuwe standaard. Gavin Thompson was direct onder de indruk van deze revolutionaire luxe SUV. “Het was gewoon een fantastische auto”, zegt hij nu nog vol enthousiasme. Dankzij zijn netwerkactiviteiten werd hij benaderd door het comité van de Britse Trans-Amerikaanse Boven: De twee Range Rovers hielden zich uitstekend tijdens de ruim 30.000 kilometer lange beproeving, ook in het oerwoud van de Darien Gap. Rechts: 45 jaar later zit Gavin Thompson weer achter het stuur van de VXC 765K op Eastnor Castle, waar de prototypes van de Range Rover eind jaren zestig getest werden Expeditie onder leiding van majoor John Blashford- Snell. Deze vroeg hem een team samen te stellen voor een expeditie van Alaska naar Kaap Hoorn. Er was wel een probleem: het oerwoud van de Darien Gap tussen Panama en Colombia. Onder de plaatselijke bevolking staat dit gebied bekend als ‘El Tapón’, oftewel ‘De Stopper’. Het is een bijna ondoordringbaar terrein van 150 kilometer regenwoud, zonder bruggen, wegen of zelfs een pad – alleen maar struikgewas. Maar op papier, en naar later bleek ook in de praktijk, zou de Range Rover de klus moeten kunnen klaren. Aan het toenmalige hoofd van British Leyland, Lord Stokes, legde Gavin uit waarom hij de tocht met Range Rovers wilde maken. Die hadden “een krachtige V8-motor, een ophanging met lange veerweg en ongekend comfort voor bestuurder en passagier”, en hij was ook nog eens “verrekte snel”. Bovendien zou de auto in de jungle echt op de pijnbank worden gelegd, waarmee de capaciteiten van de auto eens en voor altijd bewezen zouden worden. Speciaal voor de expeditie werden de twee Range Rovers uitgerust met extra zware sleepogen, op maat gemaakte bushbars, een benzinetankbeschermer en een motoraangedreven lier. Om meer bagageruimte te creëren werd er in plaats van de achterbank een enkele stoel geplaatst. Als trotse cavalerist stond Gavin erop dat de voertuigen gelakt werden in het blauwwit van zijn regiment. In december 1971 werden de voertuigen overgevlogen naar Anchorage en kon de expeditie beginnen. Met een gemiddelde van achthonderd kilometer per dag stuurden de Range Rovers vlot over de wegen van Alaska. Totdat een van de voertuigen op het bevroren FOTOGRAFIE: BRITISH MOTOR MUSEUM HERITAGE TRUST (4) 46
RIGHT XXXXXX 47
